dinsdag 5 april 2016

Praktisch

Heen en terugreis
Deed ik met de TGV. Daarna verder met de bus. De filosofie van de bus is hier : kwaliteit en goedkoop (2 EUR per rit onafhankelijk van de afstand) maar beperkt tot goed bedienbare lijnen en ruime afstanden tussen de haltes.
Zie www.viaoo29.fr
Documentatie.
De GR gidsjes voor de GR34 zijn onmisbaar. De informatie op het internet vond ik erg versnipperd.
Voor variantes maakte ik in de praktijk gebruik van de PR lusjes (gele markering) die op de IGN kaarten staan aangegeven.
Route dag aan dag
16-10 Larrial
Verblijf in de gite d'etape.
17-10 Larrial - Morgat 31 km 550 m+
Naar Camaret langs de oude spoorweg. Vervolgens de GR34 tot Anse de Dinan. Na de Pointe de Camaret week ik van de GR af voor de menhirs en de manoir van Paul le Roux. Het laatste stuk grotendeels langs een PR (geel).
Verblijf in Ouest Decouvertes. Heel gezellige gite d'etape, rustig maar toch in het centrum.  Aanrader.
18-10 Rondje Cap de la Chèvre 26 km 800 m+
Volgt het kustpad. Ik breidde het uit met verkenning van Kastel Dinn en Ile Vièrge en kortte in Rostudel wat in. Je kan op het einde voor Morgat gemakkelijk inkorten door over te schakelen op de vlakke bosdreef, zo'n 100 landinwaarts van de GR. Dat deden de meeste dagjesmensen op weg naar Ile Vièrge.
19-10 Morgat Trefeuntec.
Na twee dagen langs een chaotische kliffenkust rond Crozon is dit een verrassend rechtlijnige etappe. Behalve een klein stuk rond Ile d'Aber waar het pad blijkbaar onderbroken was volgde ik de GR of het strand. Verblijf in Relais de Trefeuntec. Aanrader! Niet duur, wandelvriendelijk, super service.
20-10 Trefeuntec - Beuzec 35 km 1050 m+
Deze etappe was veel te zwaar, het laatste stuk deed ik langs de asfaltweg ipv. de GR die na Douarenez heel precies alle valleitjes en inhammetjes van het kustpad volgt. Terecht gekend als één van de zwaarste stukken van de GR34. Slapen in de kille gite d'etape die de gemeente heeft ingericht in de oude school.
21-10 Beuzec - Plogoff.
De klifkust is hier een stuk gevarieerder dan gisteren maar het blijft pittig op en neer gaan door een machtig stuk afgelegen klifkust.
De B&B in het groen net buiten Plogoff is behoorlijk buiten de route maar was voor een eenling buiten het seizoen het enige haalbare.
22-10 Rondje Pointe du Raz.
Schitterende brok natuur! De brute kracht van de Atlantische golven (na enkele dagen langs de ingesloten baai) en van de tijstromen op de Pointe de Raz zijn indrukwekkend. Maar reken erop dat je vanaf Pointe du Van dít alles moet delen met honderden dagjesmensen.
23-10 Plogoff - Plovezet.
Rechttoe rechtaan langs een aaneeschakeling van lage kliffen en kleine strandjes met rond de middag de havengeul van Audierne. Heel gevarieerd door de mix van natuur en cultuur.
De B&B rue d'Albatros in Plovezet is een aanrader. Prijs- kwaliteit : onklopbaar.
24-10 Plovezet - Plomeur.
Opnieuw pure natuur, deze keer geen kliffen maar de enorme kiezelwal tussen strand rechts en moerassen links. De GR niet volgen! Blijf gewoon op het strand of de wal.
De halve dag reserve wandel ik liever door oude paden in het binnenland dan tussen de weekendmensen op de dijk van Penmarc'h. Maar het hotel dat internet suggereert in Plomeur was een slecht idee.
25-10 Plomeur - Pont L'Abbé.
Afronden en bus naar Quimper + trein naar huis.

zondag 25 oktober 2015

Pont l'Abbé - einde verhaal

Eergisteren het beste adresje van de wandelweek, vorige nacht het minst goeie. Maar er was een warme douche en een proper bed en meer heeft een wandelaar niet nodig.
Plomeur - Pont l'Abbe via oude kleine wegjes en in Pont l'Abbé het opkomend tij bekijken op de rivier zonder naam. Eigenlijk is het ook geen helemaal geen rivier die hier uitmondt maar is het een gebied dat in de ijstijd is uitgesleten en nu lichtjes onder zeeniveau ligt.
Ooit een bloeiende handelshaven maar nu op retour. Het resultaat is een vreemde mix van aangename parken en buurten die naar het rijke verleden verwijzen, de wat trieste voorstadsbuurten en een allomtegenwoordige E.Leclerc die hier als grote werkgever een aantal leuke dingen sponsort, als hun naam er maar overal opstaat.
Nu is het gebied een groot vogelgebied, een veelvoud van ons Zwin. De paar uur die ik nog had waren veel te kort om heel dat gebied te bezoeken. Het op de eerste rij meemaken hoe onder een heerlijke herfstzon een lege bedding op een paar uur haast onzichtbaar volloopt tot een brede watervlakte was interessant genoeg als afsluiter.
Oude tij-molen in Pont-l'Abbé
de "Menhir mouillé"

zaterdag 24 oktober 2015

Kiezels, blokken en bollen

Plovezet - Pointe de la Torche - Plomeur.
De supervriendelijke gerant van de B&B (superadresje) bracht me naar de andere kant van Plovezet.
Start bij de Menhir du Droits de L'Homme. Neen geen schrijffout. In de tijd van de Franse revolutie kregen schepen dit soort namen en dat schip is hier in een storm compleet verloren gegaan. En een gedenkkruis oprichten zat er toen echt niet in, dus is gekozen voor een menhir.
Vandaag opnieuw een ander soort kust : een reeks moerassen en lagunes, van de oceaan afgesloten door een kiezelwal. Het heeft niet veel gescheeld of die hele wal was afgegraven voor de bouw van Duitse bunkers in WW2 en later voor de heraanleg van de haven van Brest.
De Pointe de la Torche (er staat inderdaad een toortsachtige rotspiek) is nu een surfersparadijs. 5000 jaar geleden was het de place to be voor iedereen die een dolmen-grafheuvel verdiende. Op de punt liggen er twee, landinwaarts zijn er onder de duinen verdwenen en zo'n 3 km verder is er nog ééntje.
En de bollen? Het landschap is hier vrij gelijkaardig aan Holland (een poldervlakte achter de duinen) dus is men hier ook met bloembollenteelt begonnen. En met succes, want het seizoen loopt hier drie weken voor.
En nog op deze laatste volledige wandeldag
- een typische Bretonse Calvaire gezien
- hartige pannekoeken gegeten.
Menhir Droits de l'Homme
Brekerij en laadstation voor kiezels - Duits leger WOII
Surfers bij Pointe de la Torche
Dolmens op Pointe de la Torche

vrijdag 23 oktober 2015

De Oceaan bij de hand

Plogoff - Audierne - Plovezet. Opnieuw een heel ander soort kust dan de voorbije week. Geen kliffen, of als die er toch zijn, kleintje van 5 a 10 m hoog. En hoogtij op de middag. Dus was de zee steeds heel nadrukkelijk vlakbij. Helemaal anders dan de zee 50 m lager en deels onzichtbaar aan de voet van een klif of 1 km verderop bij zo'n breed Bretons strand. En met die machtige trage Atlantische golven die mooi om de 12 s breken op het kiezelstrand en dan de keitjes leuk tikken laten terugrollen.
Een paar speciale bouwsels onderweg gaven een verrassende inkijk in het heel harde en arme leven van de overgrote meerderheid van de Bretonnen tot een stuk in de XX e eeuw. Bv. de lavoir of dorpswasplaats waar vrouwen geknield de was deden in een bekken waar het water 20-30cm lager stond. Of de oogst van zeewier dat in de herfst verbrand werd want de zeewieras was nodig als ingrediënt van glas of voor de jodium voor foto-negatieven. Of de lege kades in Audierne, waar ooit vele honderden vrouwen vis inblikten (nooit mannen ; die visten) en dan plots op straat kwamen te staan, toen alle sardines weggevist waren.
19° eeuwse kuip om uit zeewier jodiumrijke as te winnen
Allée couverte de Ménez Drégan

donderdag 22 oktober 2015

De ultieme kaap

De sympathieke madam van de B&B in Plogoff zag het zitten om me even in Brezellec af te zetten. Vandaar naar de Pointe du Raz en zo terug naar Plogoff.
Brezellec is een klein schattig haventje dat blijkbaar alleen de locals goed kennen. Een héél ander verhaal op de Pointe du Raz. Duizenden wandelaars die allemaal naar de Pointe du Raz komen. De meest westelijke punt vsn Frankrijk is het niet. Maar het is wel het einde van de wereld. De essentie van Finisterre. En geef toe : dit is de ultieme pier, geen kleinschalig probeersel zoals  in Oostende, maar ineens 10 keer hoger, 10 keer breder, in graniet die al een miljard jaar meegaat en met fatsoenlijke Atlantische golven en met zeestroming waarvan ik me afvraag hoe ze fysiek kan.
Ik klauter en kletter (natúúrlijk) helemaal tot het allerlaatste puntje. Zalige combinatie van rust en hevige natuur. 
Het dipje van vannacht (klein griepje of zo) deed er niet meer toe. 
Het haventje van Brezellec
Pointe de Penharn gezien vanop Brezellec
Stacks bij le Vorlen
Chapelle St-They
Le Vorlen
De fameuze tijstromen bij Pointe du Raz

woensdag 21 oktober 2015

Natuurreservaat met een hoek eraf

Van Beuzec tot Brezellec en dan naar Primelin.
Het kustpad na Beuzec is eerst net als gisteren, met al zijn eindeloze kronkels en op en neertjes. Ik laste dus zelf maar een afkorting in, om dan te merken dat de boer het pad niet meer onderhield (dat werd 200 m dwars door de bramen en gaspeldoorn jungle die alle verlaten weitjes en akkertjes heeft overwoekerd - mijn benen staan vol rode stipjes).
Bij het natuurreservaat van Cap Sizun is het anders. Daar zijn wel logische nieuwe paden en het was de enige plek met wat graasbeheer. Dat moet wel, anders komen een heleboel soorten hier niet broeden. 
Op de middag heb ik lange babbel met een local. Hij was keitjes aan het verzamelen om vistuig te verzwaren ("want lood is echt meer niet te doen"). Hij had een heel dubbel beeld van het reservaat: positief voor de vogels die hier massaal terug komen broeden maar vrij pessimistisch omdat op precies deze plek het water in de vele inhammen achteruit gaat door nitraten en zo van de steeds maar groter wordende vleeskwekerijen. Komt helemaal overeen met wat ik zelf ook zag. Van maïs dat zeker op 4/5 van de akkers staat tot de dikke tapijten van dode groenalgen die hier en daar nog zijn blijven liggen op het strand.
Brezellec ga ik morgen bezoeken. De tocht eindigde dwars door het schiereiland: daar staat de volgende B&B en ik moest ook inkopen doen in de "dernière supermaché avant l'Amerique".
De doorsteek was heel aangenaam, met paden langs een moerasbos of tussen eeuwenoude afscheidingsmuurtjes. Ik kwam opnieuw een lavoir tegen, een gemeenschappelijke wasplaats. Ook hier ver weg van het dorp. De Bretonse vrouwen moesten nogal kilometers maken op de wasdag...

dinsdag 20 oktober 2015

Hoe zat het ook weer met die fractalen?

Trefeuntec - Douarenez - Beuzec
Na een superontbijt in Trefeuntec was het zalig wandelen. Een verderzetten van de tocht van gisteren, stukken aangenaam strand onderbroken met een stuk rots.
Douarenez is behoorlijke stad. De verkeersdrukte gewoon ondergaan dus. Maar er waren verrassend mooie stukken bv. het stadspark rond de opgegraven resten van een Romeinse visverwerkingsfabriek en de museum haven.
De namiddag zag er op papier goed te doen uit. 12 km in vogelvlucht, 15 met een eigen schatting op papier en de GPS software had er 18 km van gemaakt. Maar naarmate ik de tocht deed merkte ik dat het er wellicht nog meer waren omdat het pad in werkelijkheid nog veel meer kronkelt dan een kaart kan aangeven. Niet te verwonderen dat de Bretonse kust als hét voorbeeld van een fractaalstructuur wordt gebruikt. De kaartschaal van de stafkaart of de GPS-simulator is te grof om de werkelijke kronkels goed weer te geven.
En het pad ging ook nog een voortdurend omhoog en omlaag. Het ligt echt in de 5m strook boven de klifrand die de Franse Staat vroeger had gereserveerd en doet geen enkele afkorting. 
Kortom bij Pointe de Millets besloot ik om in te korten en plan B in te schakelen: afronden langs de fietsroute. Ik zat al vrij ver door de reserves en morgen is er nog een dag hé. Voor de kenners: op dat punt zei de GPS-tracker dat ik er een Bouillon-Vresse op had zitten.
Het schiereiland van Pointe du Raz waar we de komende 2 dagen stappen, vanop Pointe de Tréfeuntec
Pointe de Tréfeuntec
Ruines van Romeinse visolie-fabriek in Douarenze
Gerestaureerde oude schepen in Douarenez
De beruchte kronkels van het kustpad voorbij Douarenez